Omzendbrief Oktober 2017
In de grote, internationale vergadering in Brussel op 11 juni 2017, herdachte we het zendingsbevel van Broeder Branham op 11 juni, 1933.
Op 12 juni, 2017, dacht ik terug aan mijn gesprek met Broeder Branham op 12 juni, 1958, in Dallas, Texas. Aan het einde van dat gesprek zei hij: “Broeder Frank, gij zult terugkeren naar Duitsland met deze boodschap.’’
Na ons gesprek in Dallas zei Broeder Branham aan het begin van zijn preek “Wij willen Jezus zien’’: “een moment geleden sloeg een man uit Duitsland zijn arm om mij heen, net nu we gemiddeld tien duizend bekeerlingen hadden iedere avond; vijftig duizend in 5 avonden.’’ In de loop van deze preek, sprak hij ook over het bovennatuurlijke licht dat werd gefotografeerd op verschillende plekken en zei hij: “Er is een man uit Duitsland hier. Hij was daar toen de Duitse fotocamera hem driemaal nam”. De foto die genomen was tijdens predikersvergadering en die het licht boven Broeder Branham had gepakt is te zien op het internet. Ja ik was een oog -en oorgetuige van zijn speciale dienst.
Vanwege het feit dat er veranderingen zijn gemaakt met serieuze consequenties over het zendingsbevel gegeven op 11 juni, 1933, gaan we nogmaals de exacte woorden benoemen en de veranderde versie, om ze te vergelijken.
Orginele: “Zoals Johannes de Doper bij de eerste komst van Christus vooruit was gestuurd, zo zal de boodschap die aan jou is gegeven een voorganger zijn van de tweede komst van Christus.’’
Broeder Branham herhaalde de exacte woorden die gesproken werden, vanuit de bovennatuurlijke wolk, in totaal 55 keer en zodat alle uitverkorenen het serieus zouden nemen en geloven, benadrukte hij het volgende op 10 februari, 1960 en op vele andere gelegenheden: “Niet dat Ik de voorganger zou zijn, maar de boodschap was de voorganger.’’
Helaas ging de verkorte versie al rondt, kort nadat Broeder Branham was heengegaan in de heerlijkheid: “Zoals Johannes de Doper bij eerste komst van Christus vooruit was gestuurd, zo bent u gestuurd als voorganger voor zijn tweede komst.’’ Het belangrijkste woord “boodschap’’ was weggelaten. Daarom, moet het nogmaals benadrukt worden dat niemand het recht heeft om de exacte woorden van het zendingsbevel te veranderen.
Op 7 mei, 1946, werd Broeder Branham bezocht door een hemelse boodschapper, zeggende: “Vrees niet, want ik ben gezonden vanuit de aanwezigheid van de Almachtige God… om jou te vertellen dat jou vreemde geboorte en leven heeft plaatsgenomen om aan te geven dat u een gave van goddelijke genezing is verleend voor de mensen in deze wereld”. Dit doet ons denken aan Lucas 1:19, wanneer de engel tot Zacharias kwam en hem de geboorte van Johannes de Doper verkondigde: “Ik ben Gabriël, die voor Gods aangezicht sta, en ik ben uitgezonden om tot u spreken en u deze blijmare te verkondigen.’’
Beide bevelen die aan Broeder Branham waren gegeven moeten op hun goddelijke orde worden geplaatst volgens de Heilige Schriften: de eerste was gebonden aan de boodschap die de tweede komst van Christus zou voorgaan; de tweede was naar aanhaling van zijn evangelische dienst. Beide waren uitgevoerd door de man door God gezonden. Nadat hij goddelijke autoriteit en de gave der genezing ontving, heeft Broeder Branham gereisd over alle continenten en predikte hij in evangelische vergaderingen in verschillende landen. Zoals het gebeurde in de dienst van onze Verlosser, spontane genezingen namen plaats in de vergaderingen van Broeder Branham. Blinden werden ziende, lamme konden lopen en doven konden horen. Zo begon de wereldwijde genezingsopwekking in 1946. Bij het bidden voor de zieken, herhaalde Broeder Branham minstens 280 keer wat de Heere zei in Johannes 5:19: “de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen..’’ Hij zag ook in visioenen wat God ging doen en dat kon hij aan iedere persoon in de gebedsrij vertellen en bevestigde het met de Zo zegt de Here. Ik heb dat persoonlijk ervaren in de vergaderingen.
God leidde het op een manier dat ik de mogelijkheid had om alles aangaande de raad Gods kon plaatsen in de goddelijke orde van de Bijbel vanaf het begin. Al vanaf het begin, was en zal voor altijd mijn absoluut het geschreven Woord van God zijn. De Heere heeft mij Zelf bevolen het Woord van God te prediken zoals het staat geschreven. De enige zorg met het oog op de boodschap is om alleen te verkondigen wat de Heilige Schriften zeggen, een uitspraak zonder fout, noch weerspraak.
Op 28 november, 1963 zei Broeder Branham: “Je moet dat Woord nooit verlaten. Je moet met dat Woord blijven precies zoals het staat geschreven. Voeg er geen privé-interpretaties aan toe. Zeg het zoals het staat geschreven. Dat is Gods Woord en dat is God. God en zijn Woord zijn hetzelfde, gewoon hetzelfde.’’
Op 19 september, 1965 benadrukte hij in zijn preek: “Jij—jij moet niet—jij moet nooit achter iets aanlopen behalve als hetgeen het exacte Woord van God is. Je moet exact blijven met dat Woord.’’
Helaas, naast de continuïteit van het verkondigen van het waarachtige Woord volgens Gods bevel, zijn er daarnaast ook vele verschillende interpretaties ingebracht. Broeders die aanhaling maakte naar Broeder Branham zijn erin geslaagd om hun eigen interpretaties geloofwaardig voor te stellen en discipelen weg te lokken zodat ze hen volgen (Handel. 20:30). Standpunten van de profeet worden geïnterpreteerd en voorgeschoteld als onderwijzingen. Als gevolg heeft het zelfs nu nog nieuwe groepen in bestaan geroepen. Nooit heb ik deelgenomen aan een discussie over een van deze citaten, omdat dat alleen maar scheuringen veroorzaakt in de vergadering (Rom. 16:17).
De tragedie ligt niet in wat Broeder Branham zei – soms is het moeilijk om het te begrijpen – maar in wat de broeders ermee doen (2 Pet. 3:16).Zelfs hetgeen wat Broeder Branham heeft verteld tijdens de prediking “de Opname’’ wordt vals geïnterpreteerd zeggende dat de Heere nu al roepende beetje bij beetje aan het neerdalen is. In 1 Thessalonicenzen 4 gaat het over de opstanding van zij die in Christus zijn gestorven, niet over degene die nu nog in leven zijn. Bij de wederkomst van Christus, zal alles gebeuren precies zoals het is voorspeld in hoofdstuk 4, vanaf vers 13 tot 18: “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.’’ (Statenvertaling). Bekijk ook alstublieft 1 Corinthiërs 15:45-58.
De roep die zich nu laat horen door middel van de boodschap is bedoelt om de levenden op te wekken, volgens Matthéüs 25: “De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet!’’ (v.6). alle maagden hoorde de laatste oproep en gingen uit, de Bruidegom tegemoet.
In Matthéüs 13, zien we de beeldspraak van de man die het goede zaad op zijn veld gezaaid heeft. In die beeldspraak zei onze Verlosser: “Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen de koren, en ging weg.’’ (Matt. 13:25). Aan zijn discipelen, legde hij de beeldspraak als volgt uit: “Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen, de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze…’’ (Matt. 13:37-38).
Dat is precies hetgeen wat gebeurd is in onze tijd; eerst was de goede zaad van Gods Woord gezaaid, daarna is de vijand binnengeslopen en zaaide zijn zaad van interpretaties te midden van de koren. Dat gebeurde toen de maagden moe werden en in een geestelijk slaap vielen. Maar de koren bleef ondanks dat gewoon koren en het onkruid bleef ook gewoon wat het was. De twee zaden zijn afkomstig van Kaïn en Abel. De ene haatte en de ander werd gehaat. “maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.’’ (1 Johan. 2:11; 1 Johan. 3:7-15). Zo kan er dus gezegd worden dat iemand die geen broeder als Kaïn heeft niet een Abel kan zijn.
En in deze context zien wij de vermaning: “Bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid is…’’ (Matt. 13:19). Het is zo erg belangrijk om ieder Woord te geloven en te begrijpen; anders berooft de vijand van ons het waarachtige zaad en zaait hij zijn interpretaties. De Heere vroeg aan zijn discipelen: “Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja Heere!’’ (Matt. 13:51 Statenvertaling).
Wie kan oprecht ook vandaag met “Ja’’ antwoorden? Wie heeft waarlijk alles wat er gepredikt en geschreven is, in overeenkomst met het Woord van God, door goddelijke bevel begrepen? Wiens ogen en oren kan de Heere gezegend noemen? Klaarblijkelijk, vielen alle maagden, die aan het wachten waren op de komst van de bruidegom, in slaap. Allen werden ze weer wakker, maar alleen de wijze vielen in slaap met het zaad van het Woord en zij werden daar ook mee wakker. Omdat zij hun kruiken met olie hadden meegenomen en konden scheppen uit de volheid van de Heilige Geest, waren zij gereed om de bruiloftszaal in te gaan. De dwaze lieten zich verleiden door de interpretaties van de vijand (2 Cor. 11:3-4); zij zijn degene die tevergeefs voor een gesloten deur zullen staan kloppen (Matt. 25:11-13).
Aangaande zijn komst, waarschuwt de Heere ons in het bijzonder om waakzaam te zijn: “Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Heere komt.’’ (Matt. 24:42).
“De Heere talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.’’ (2 Pet. 3:9). Deze Schrift ontkracht de lering over dat de genadetijd ten einde is gekomen en dat het bloed niet langer meer op het verzoendeksel ligt. Door de genade Gods leven wij nog steeds in de dage des heils (2 Cor. 6:2); de Heere roept men nog steeds tot bekering; Hij roept alle gelovigen om uit de geestelijke verwarringen te komen. De valse leraars, die hun eigen interpretaties tonen aangaande hetgeen dat Broeder Branham heeft gepredikt, zullen alleen door de dwaze maagden gehoord worden. Het moet hier nogmaals benadrukt worden; laat alle dingen zoals het was gezegd! Voeg niets toe aan het geschreven Woord van God!
Onder leiding van de Heilige Geest, heeft Broeder Branham alle verstopte mysteries geopenbaard. Zijn unieke en buitengewone dienst, waarvoor wij God dankbaar zijn, is volbracht. Hij had waarlijk de openbaring ontvangen van alle dingen die tot het Heilsplan behoren; de Godheid, de waterdoop, het Avondmaal, wat er precies gebeurd is bij de zondeval in het hof van Eden; de volledige openbaring van alle dingen, inclusief de zeven zegels werd hem geopenbaard.
De krachtige ervaring die Broeder Branham heeft gehad op 28 februari, 1963, wanneer de bovennatuurlijke wolk verscheen en zeven machtige donderslagen, gevolgd door een aardbeving die de gehele regio bij de Sunset Mountain deed schudde, was van buitengewoon belang voor hem aangaande de openbaring van de zeven zegels; daarom sprak hij vaak over die zeven donderslagen. Echter de zeven donderslagen in Openbaring 10:3 zullen alleen hun stemmen laten horen wanneer de Engel des Verbonds neerdaalt, omringt door een regenboog.
Niets van de geschreven dingen in de zeven zegels was gebeurde toen Broeder Branham daarover aan het prediken was in maart 1963. Het Lam heeft de troon niet in maart 1963 niet verlaten; het bloed van het nieuwe verbond was niet weggenomen van het verzoendeksel in de heilige der heiligen. Broeder Branham herhaalde alleen wat de Apostel Johannes had gezien en opgeschreven in het eiland Patmos en daarna sprak hij van wat er vervolgens aan hem was geopenbaard daarover.
Hij kon de ruiters uit de eerste vier zegels precies identificeren en schriftelijk plaatsen als de antichrist in zijn vier fases van ontwikkeling, rijdende op vier verschillende paarden terwijl hij vooruit ging in verband en evenwijdig aan de Kerk van het Nieuwe Testament.
Broeder Branham had de mogelijkheid om te laten zien dat de vijfde zegel over de joodse martelaren ging die om wraak roepen. In deze context noemde hij zelfs Adolf Eichmann, die grotendeels verantwoordelijk was voor de dood van zes miljoen joden tijdens de Holocaust.
De profeet had ook de zesde zegel juist geplaatst (Open. 6:12-17), namelijk in de tijd van de grote verdrukking, want dan komt de dag des Heere nabij, wanneer de zon verandert in duisternis en de maan in bloed (Joël. 2:31; Handel. 2:20).
Openbaring 7:1-8 gaat over de 144.000 joden van de twaalf stammen van Israël die dan verzegeld zullen worden. Vanaf vers 9 t/m 17, wordt de grote ontelbare menigte der volken getoond, allen die de grote verdrukking hebben doorstaan en hun gewaden hebben gewassen in het bloed van het Lam.
Wanneer de zevende zegel is verkondigd in hoofdstuk 8, verschijnen er zeven engelen des oordeels voor de troon van God en aan hen worden zeven bazuinen gegeven om het oordeel over de aarde te doen komen. In hoofdstuk 8 en 9, zien we wat er gebeurd op aarde tijdens de 6 bazuinen des oordeels. In hoofdstuk 10, maakt de Engel des Verbonds de aankondiging, bevestigd door een eed, over wat er zal gebeuren wanneer de zeven engelen des oordeels de bazuinen doen horen (v.7), dan “is ook voleindigd het geheimenis van God…’’
De aankondiging in hoofdstuk 10:7 wordt in zijn gehele vervulling getoond in hoofdstuk 11:15 aan het begin van het duizendjarige rijk: “En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Heere en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.’’
In de grote, internationale vergadering in Brussel op 11 juni 2017, herdachte we het zendingsbevel van Broeder Branham op 11 juni, 1933.
Op 12 juni, 2017, dacht ik terug aan mijn gesprek met Broeder Branham op 12 juni, 1958, in Dallas, Texas. Aan het einde van dat gesprek zei hij: “Broeder Frank, gij zult terugkeren naar Duitsland met deze boodschap.’’
Na ons gesprek in Dallas zei Broeder Branham aan het begin van zijn preek “Wij willen Jezus zien’’: “een moment geleden sloeg een man uit Duitsland zijn arm om mij heen, net nu we gemiddeld tien duizend bekeerlingen hadden iedere avond; vijftig duizend in 5 avonden.’’ In de loop van deze preek, sprak hij ook over het bovennatuurlijke licht dat werd gefotografeerd op verschillende plekken en zei hij: “Er is een man uit Duitsland hier. Hij was daar toen de Duitse fotocamera hem driemaal nam”. De foto die genomen was tijdens predikersvergadering en die het licht boven Broeder Branham had gepakt is te zien op het internet. Ja ik was een oog -en oorgetuige van zijn speciale dienst.
Vanwege het feit dat er veranderingen zijn gemaakt met serieuze consequenties over het zendingsbevel gegeven op 11 juni, 1933, gaan we nogmaals de exacte woorden benoemen en de veranderde versie, om ze te vergelijken.
Orginele: “Zoals Johannes de Doper bij de eerste komst van Christus vooruit was gestuurd, zo zal de boodschap die aan jou is gegeven een voorganger zijn van de tweede komst van Christus.’’
Broeder Branham herhaalde de exacte woorden die gesproken werden, vanuit de bovennatuurlijke wolk, in totaal 55 keer en zodat alle uitverkorenen het serieus zouden nemen en geloven, benadrukte hij het volgende op 10 februari, 1960 en op vele andere gelegenheden: “Niet dat Ik de voorganger zou zijn, maar de boodschap was de voorganger.’’
Helaas ging de verkorte versie al rondt, kort nadat Broeder Branham was heengegaan in de heerlijkheid: “Zoals Johannes de Doper bij eerste komst van Christus vooruit was gestuurd, zo bent u gestuurd als voorganger voor zijn tweede komst.’’ Het belangrijkste woord “boodschap’’ was weggelaten. Daarom, moet het nogmaals benadrukt worden dat niemand het recht heeft om de exacte woorden van het zendingsbevel te veranderen.
Op 7 mei, 1946, werd Broeder Branham bezocht door een hemelse boodschapper, zeggende: “Vrees niet, want ik ben gezonden vanuit de aanwezigheid van de Almachtige God… om jou te vertellen dat jou vreemde geboorte en leven heeft plaatsgenomen om aan te geven dat u een gave van goddelijke genezing is verleend voor de mensen in deze wereld”. Dit doet ons denken aan Lucas 1:19, wanneer de engel tot Zacharias kwam en hem de geboorte van Johannes de Doper verkondigde: “Ik ben Gabriël, die voor Gods aangezicht sta, en ik ben uitgezonden om tot u spreken en u deze blijmare te verkondigen.’’
Beide bevelen die aan Broeder Branham waren gegeven moeten op hun goddelijke orde worden geplaatst volgens de Heilige Schriften: de eerste was gebonden aan de boodschap die de tweede komst van Christus zou voorgaan; de tweede was naar aanhaling van zijn evangelische dienst. Beide waren uitgevoerd door de man door God gezonden. Nadat hij goddelijke autoriteit en de gave der genezing ontving, heeft Broeder Branham gereisd over alle continenten en predikte hij in evangelische vergaderingen in verschillende landen. Zoals het gebeurde in de dienst van onze Verlosser, spontane genezingen namen plaats in de vergaderingen van Broeder Branham. Blinden werden ziende, lamme konden lopen en doven konden horen. Zo begon de wereldwijde genezingsopwekking in 1946. Bij het bidden voor de zieken, herhaalde Broeder Branham minstens 280 keer wat de Heere zei in Johannes 5:19: “de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen..’’ Hij zag ook in visioenen wat God ging doen en dat kon hij aan iedere persoon in de gebedsrij vertellen en bevestigde het met de Zo zegt de Here. Ik heb dat persoonlijk ervaren in de vergaderingen.
God leidde het op een manier dat ik de mogelijkheid had om alles aangaande de raad Gods kon plaatsen in de goddelijke orde van de Bijbel vanaf het begin. Al vanaf het begin, was en zal voor altijd mijn absoluut het geschreven Woord van God zijn. De Heere heeft mij Zelf bevolen het Woord van God te prediken zoals het staat geschreven. De enige zorg met het oog op de boodschap is om alleen te verkondigen wat de Heilige Schriften zeggen, een uitspraak zonder fout, noch weerspraak.
Op 28 november, 1963 zei Broeder Branham: “Je moet dat Woord nooit verlaten. Je moet met dat Woord blijven precies zoals het staat geschreven. Voeg er geen privé-interpretaties aan toe. Zeg het zoals het staat geschreven. Dat is Gods Woord en dat is God. God en zijn Woord zijn hetzelfde, gewoon hetzelfde.’’
Op 19 september, 1965 benadrukte hij in zijn preek: “Jij—jij moet niet—jij moet nooit achter iets aanlopen behalve als hetgeen het exacte Woord van God is. Je moet exact blijven met dat Woord.’’
Helaas, naast de continuïteit van het verkondigen van het waarachtige Woord volgens Gods bevel, zijn er daarnaast ook vele verschillende interpretaties ingebracht. Broeders die aanhaling maakte naar Broeder Branham zijn erin geslaagd om hun eigen interpretaties geloofwaardig voor te stellen en discipelen weg te lokken zodat ze hen volgen (Handel. 20:30). Standpunten van de profeet worden geïnterpreteerd en voorgeschoteld als onderwijzingen. Als gevolg heeft het zelfs nu nog nieuwe groepen in bestaan geroepen. Nooit heb ik deelgenomen aan een discussie over een van deze citaten, omdat dat alleen maar scheuringen veroorzaakt in de vergadering (Rom. 16:17).
De tragedie ligt niet in wat Broeder Branham zei – soms is het moeilijk om het te begrijpen – maar in wat de broeders ermee doen (2 Pet. 3:16). Zelfs hetgeen wat Broeder Branham heeft verteld tijdens de prediking “de Opname’’ wordt vals geïnterpreteerd zeggende dat de Heere nu al roepende beetje bij beetje aan het neerdalen is. In 1 Thessalonicenzen 4 gaat het over de opstanding van zij die in Christus zijn gestorven, niet over degene die nu nog in leven zijn. Bij de wederkomst van Christus, zal alles gebeuren precies zoals het is voorspeld in hoofdstuk 4, vanaf vers 13 tot 18: “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.’’ (Statenvertaling). Bekijk ook alstublieft 1 Corinthiërs 15:45-58.
De roep die zich nu laat horen door middel van de boodschap is bedoelt om de levenden op te wekken, volgens Matthéüs 25: “De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet!’’ (v.6). alle maagden hoorde de laatste oproep en gingen uit, de Bruidegom tegemoet.
In Matthéüs 13, zien we de beeldspraak van de man die het goede zaad op zijn veld gezaaid heeft. In die beeldspraak zei onze Verlosser: “Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen de koren, en ging weg.’’ (Matt. 13:25). Aan zijn discipelen, legde hij de beeldspraak als volgt uit: “Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen, de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze…’’ (Matt. 13:37-38).
Dat is precies hetgeen wat gebeurd is in onze tijd; eerst was de goede zaad van Gods Woord gezaaid, daarna is de vijand binnengeslopen en zaaide zijn zaad van interpretaties te midden van de koren. Dat gebeurde toen de maagden moe werden en in een geestelijk slaap vielen. Maar de koren bleef ondanks dat gewoon koren en het onkruid bleef ook gewoon wat het was. De twee zaden zijn afkomstig van Kaïn en Abel. De ene haatte en de ander werd gehaat. “maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.’’ (1 Johan. 2:11; 1 Johan. 3:7-15). Zo kan er dus gezegd worden dat iemand die geen broeder als Kaïn heeft niet een Abel kan zijn.
En in deze context zien wij de vermaning: “Bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid is…’’ (Matt. 13:19). Het is zo erg belangrijk om ieder Woord te geloven en te begrijpen; anders berooft de vijand van ons het waarachtige zaad en zaait hij zijn interpretaties. De Heere vroeg aan zijn discipelen: “Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja Heere!’’ (Matt. 13:51 Statenvertaling).
Wie kan oprecht ook vandaag met “Ja’’ antwoorden? Wie heeft waarlijk alles wat er gepredikt en geschreven is, in overeenkomst met het Woord van God, door goddelijke bevel begrepen? Wiens ogen en oren kan de Heere gezegend noemen? Klaarblijkelijk, vielen alle maagden, die aan het wachten waren op de komst van de bruidegom, in slaap. Allen werden ze weer wakker, maar alleen de wijze vielen in slaap met het zaad van het Woord en zij werden daar ook mee wakker. Omdat zij hun kruiken met olie hadden meegenomen en konden scheppen uit de volheid van de Heilige Geest, waren zij gereed om de bruiloftszaal in te gaan. De dwaze lieten zich verleiden door de interpretaties van de vijand (2 Cor. 11:3-4); zij zijn degene die tevergeefs voor een gesloten deur zullen staan kloppen (Matt. 25:11-13).
Aangaande zijn komst, waarschuwt de Heere ons in het bijzonder om waakzaam te zijn: “Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Heere komt.’’ (Matt. 24:42).
“De Heere talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.’’ (2 Pet. 3:9). Deze Schrift ontkracht de lering over dat de genadetijd ten einde is gekomen en dat het bloed niet langer meer op het verzoendeksel ligt. Door de genade Gods leven wij nog steeds in de dage des heils (2 Cor. 6:2); de Heere roept men nog steeds tot bekering; Hij roept alle gelovigen om uit de geestelijke verwarringen te komen. De valse leraars, die hun eigen interpretaties tonen aangaande hetgeen dat Broeder Branham heeft gepredikt, zullen alleen door de dwaze maagden gehoord worden. Het moet hier nogmaals benadrukt worden; laat alle dingen zoals het was gezegd! Voeg niets toe aan het geschreven Woord van God!
Onder leiding van de Heilige Geest, heeft Broeder Branham alle verstopte mysteries geopenbaard. Zijn unieke en buitengewone dienst, waarvoor wij God dankbaar zijn, is volbracht. Hij had waarlijk de openbaring ontvangen van alle dingen die tot het Heilsplan behoren; de Godheid, de waterdoop, het Avondmaal, wat er precies gebeurd is bij de zondeval in het hof van Eden; de volledige openbaring van alle dingen, inclusief de zeven zegels werd hem geopenbaard.
De krachtige ervaring die Broeder Branham heeft gehad op 28 februari, 1963, wanneer de bovennatuurlijke wolk verscheen en zeven machtige donderslagen, gevolgd door een aardbeving die de gehele regio bij de Sunset Mountain deed schudde, was van buitengewoon belang voor hem aangaande de openbaring van de zeven zegels; daarom sprak hij vaak over die zeven donderslagen. Echter de zeven donderslagen in Openbaring 10:3 zullen alleen hun stemmen laten horen wanneer de Engel des Verbonds neerdaalt, omringt door een regenboog.
Niets van de geschreven dingen in de zeven zegels was gebeurde toen Broeder Branham daarover aan het prediken was in maart 1963. Het Lam heeft de troon niet in maart 1963 niet verlaten; het bloed van het nieuwe verbond was niet weggenomen van het verzoendeksel in de heilige der heiligen. Broeder Branham herhaalde alleen wat de Apostel Johannes had gezien en opgeschreven in het eiland Patmos en daarna sprak hij van wat er vervolgens aan hem was geopenbaard daarover.
Hij kon de ruiters uit de eerste vier zegels precies identificeren en schriftelijk plaatsen als de antichrist in zijn vier fases van ontwikkeling, rijdende op vier verschillende paarden terwijl hij vooruit ging in verband en evenwijdig aan de Kerk van het Nieuwe Testament.
Broeder Branham had de mogelijkheid om te laten zien dat de vijfde zegel over de joodse martelaren ging die om wraak roepen. In deze context noemde hij zelfs Adolf Eichmann, die grotendeels verantwoordelijk was voor de dood van zes miljoen joden tijdens de Holocaust.
De profeet had ook de zesde zegel juist geplaatst (Open. 6:12-17), namelijk in de tijd van de grote verdrukking, want dan komt de dag des Heere nabij, wanneer de zon verandert in duisternis en de maan in bloed (Joël. 2:31; Handel. 2:20).
Openbaring 7:1-8 gaat over de 144.000 joden van de twaalf stammen van Israël die dan verzegeld zullen worden. Vanaf vers 9 t/m 17, wordt de grote ontelbare menigte der volken getoond, allen die de grote verdrukking hebben doorstaan en hun gewaden hebben gewassen in het bloed van het Lam.
Wanneer de zevende zegel is verkondigd in hoofdstuk 8, verschijnen er zeven engelen des oordeels voor de troon van God en aan hen worden zeven bazuinen gegeven om het oordeel over de aarde te doen komen. In hoofdstuk 8 en 9, zien we wat er gebeurd op aarde tijdens de 6 bazuinen des oordeels. In hoofdstuk 10, maakt de Engel des Verbonds de aankondiging, bevestigd door een eed, over wat er zal gebeuren wanneer de zeven engelen des oordeels de bazuinen doen horen (v.7), dan “is ook voleindigd het geheimenis van God…’’
De aankondiging in hoofdstuk 10:7 wordt in zijn gehele vervulling getoond in hoofdstuk 11:15 aan het begin van het duizendjarige rijk: “En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Heere en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.’’