Omzendbrief Oktober 2017
“Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige {en loutere} toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.’’ (2 Cor. 11:2-3).
Het is inderdaad vreemd dat de Apostel Paulus de verleiding van Eva benoemd in vergelijking met dat hij probeert een reine maagd aan Christus te tonen.
In een visioen zag Broeder Branham zowel de Kerk als de Bruid. Hem werd laten zien dat de Kerk werd geleid door een heks en dat er een religieuze verwarring was. Hij zag dat de Bruid niet langer meer wandelde met het Woord, maar daarna zag hij hoe zij werd verbeterd en was teruggebracht in het Woord van God. Dat is wat er nu wereldwijd gebeurd. Zoals in een natuurlijk bad, worden wij volledig gereinigd door het Woord van God. De ware Woord-boodschap is niet voor niets doorgegaan, het zal uiteindelijk in de Bruidskerk volbrengen waarvoor het is gezonden.
De dwaze komen tot een geestelijk stilstand bij de boodschapper die ons allen de weg heeft aangewezen; de wijze maagden volgen de Verlosser tot het eind, tot de voleindiging. De wijze zijn dankbaar en verblijden zich omdat de trouwe Heere meerdere keren gesproken heeft tot zijn knecht met een luide stem en directe onderwijzingen heeft gegeven (Matt. 24:45-47). De dwaze ondervragen het bevel; net als Eva worden zij verleidt en zijn zij buit voor de zonden van ongeloof. Zij maken het belachelijk en verachte God en gaan voorbij aan alles wat God hedendaags doet (Handel. 13:41). De dwaze geloven dat de profeet zal terugkomen en nog vele andere dwaze dingen.
De wijze en ware verlosten geloven in de wedekomst van Jezus Christus. Allen die deel uitmaken van de Bruidskerk nemen deel aan wat God hedendaags doet op aarde. De Bruidskerk, die Christus heeft vrijgekocht met zijn Eigen bloed en heeft gevuld met Heilige Geest, wordt gereinigd door het waterbad van het Woord van alle smet in het vleselijke en geestelijke status en zonder ongerechtigheid staat vóór God.
“om uw harten te versterken, zodat zij onberispelijk zijn in heiligheid voor onze God en Vader bij de komst van onze Heere Jezus met al zijn heiligen.’’ (1 Thess. 3:13).
Door de genade Gods ben ik trouw gebleven aan de goddelijke roeping en bevel en kan daarmee betuigen samen met de Apostel Paulus: “Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou…’’ (Handel. 26:22).
Mijn zorg is de hoofbelofte voor de ware Kerk, namelijk de Woord-boodschap, die nog steeds voort gaat tot de wederkomst van Christus, zodat iedere gelovige, zowel zijn persoonlijk als zijn geestelijk leven in de Kerk wordt teruggevoerd in de goddelijke orde.De laatste boodschap vóór de wederkomst van Christus is direct verbonden aan het geloof en de gehoorzaamheid, evenals de scheiding en voorbereiding en zoals Broeder Branham zei: tot volmaakte liefde en geloof in ieder Woord van God. Dat is de eigenlijke doelstelling van het goddelijk bevel; de harten van de kinderen Gods terugvoeren naar het oorspronkelijke geloof van de apostolische vaders, naar het ware begin, zodat de Heere zijn Bruid wel en gereed zal vinden.
Wat onze Verlosser zei in Handelingen 1:5 is nog steeds geldig voor ons vandaag: “Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden niet vele dagen na deze.’’ De woorden van de Apostel Petrus op de Pinksterdag, bij de oprichting van de Kerk van het Nieuwe Testament, zijn ook nog geldig (Handel. 2:38-41). De bekering, het geloof, de waterdoop en de doop van de Heilige Geest.
Alles wat behoort tot de natuurlijke en geestelijke status is betrokken in de volledige hervorming van de Kerk van God. Een ieder die waarlijk de heil heeft ervaren en vervolgens ook gelooft, accepteert de goddelijke orde niet alleen voor het geestelijk maar ook voor het natuurlijke leven, inclusief het huwelijk en het gezinsleven. Wij geloven en respecteren ieder Woord van God, accepteren ieder verbetering en stellen ons leven bij tot de ware gehoorzaamheid aan ieder Woord: “Want al wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder.’’ (Matt. 12:50).“Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante Woord aan, dat uw zielen kan behouden.’’ (Jak. 1:21). Alle andere kunnen doen wat zij willen; de Heere Zelf zal het vonnis hierover uitspreken op de dag des oordeels.
Het volgende geldt voor de verlosten: “roep Mij het volk samen, dan zal Ik het mijn woorden doen horen…’’ (Deut. 4:10; Psalm. 50:5). Een ieder die van God is, luistert naar Gods Woord (Johan 8:47); daarom is ons het gebod gegeven: “Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Heere, en houdt niet vast aan het onreine. en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige.’’ (1 Cor. 6:17-18).
De Apostel Petrus waarschuwde ons: “maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig want Ik ben heilig.’’ (1 Pet. 1:15-16).
“- want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid -, en toetst wat de Heere welbehaaglijk is.’’ (Efez. 5:9-10).
“Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.’’ (Gal. 5:22-23). “Aan hun vruchten zult gij hen kennen’’ (Matt. 7:16).
“Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geest, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.’’ (1 Cor. 7:1).
“Doch terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en die gereed waren, gingen met hem de bruiloftszaal binnen, en de deur werd gesloten.’’ (Matt. 25:10).
“Laten ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijnen achtergebleven te zijn.’’ (Hebr. 4:1).
“Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zou hebben aan zijn goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.’’ (2 Pet. 1:3-10).
“En Hij, de God des vredes, heiligt u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heere Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.’’ (1 Thess. 5:23).
Maranatha. Kom, Heere Jezus!
“Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige {en loutere} toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.’’ (2 Cor. 11:2-3).
Het is inderdaad vreemd dat de Apostel Paulus de verleiding van Eva benoemd in vergelijking met dat hij probeert een reine maagd aan Christus te tonen.
In een visioen zag Broeder Branham zowel de Kerk als de Bruid. Hem werd laten zien dat de Kerk werd geleid door een heks en dat er een religieuze verwarring was. Hij zag dat de Bruid niet langer meer wandelde met het Woord, maar daarna zag hij hoe zij werd verbeterd en was teruggebracht in het Woord van God. Dat is wat er nu wereldwijd gebeurd. Zoals in een natuurlijk bad, worden wij volledig gereinigd door het Woord van God. De ware Woord-boodschap is niet voor niets doorgegaan, het zal uiteindelijk in de Bruidskerk volbrengen waarvoor het is gezonden.
De dwaze komen tot een geestelijk stilstand bij de boodschapper die ons allen de weg heeft aangewezen; de wijze maagden volgen de Verlosser tot het eind, tot de voleindiging. De wijze zijn dankbaar en verblijden zich omdat de trouwe Heere meerdere keren gesproken heeft tot zijn knecht met een luide stem en directe onderwijzingen heeft gegeven (Matt. 24:45-47). De dwaze ondervragen het bevel; net als Eva worden zij verleidt en zijn zij buit voor de zonden van ongeloof. Zij maken het belachelijk en verachte God en gaan voorbij aan alles wat God hedendaags doet (Handel. 13:41). De dwaze geloven dat de profeet zal terugkomen en nog vele andere dwaze dingen.
De wijze en ware verlosten geloven in de wedekomst van Jezus Christus. Allen die deel uitmaken van de Bruidskerk nemen deel aan wat God hedendaags doet op aarde. De Bruidskerk, die Christus heeft vrijgekocht met zijn Eigen bloed en heeft gevuld met Heilige Geest, wordt gereinigd door het waterbad van het Woord van alle smet in het vleselijke en geestelijke status en zonder ongerechtigheid staat vóór God.
“om uw harten te versterken, zodat zij onberispelijk zijn in heiligheid voor onze God en Vader bij de komst van onze Heere Jezus met al zijn heiligen.’’ (1 Thess. 3:13).
Door de genade Gods ben ik trouw gebleven aan de goddelijke roeping en bevel en kan daarmee betuigen samen met de Apostel Paulus: “Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou…’’ (Handel. 26:22).
Mijn zorg is de hoofbelofte voor de ware Kerk, namelijk de Woord-boodschap, die nog steeds voort gaat tot de wederkomst van Christus, zodat iedere gelovige, zowel zijn persoonlijk als zijn geestelijk leven in de Kerk wordt teruggevoerd in de goddelijke orde. De laatste boodschap vóór de wederkomst van Christus is direct verbonden aan het geloof en de gehoorzaamheid, evenals de scheiding en voorbereiding en zoals Broeder Branham zei: tot volmaakte liefde en geloof in ieder Woord van God. Dat is de eigenlijke doelstelling van het goddelijk bevel; de harten van de kinderen Gods terugvoeren naar het oorspronkelijke geloof van de apostolische vaders, naar het ware begin, zodat de Heere zijn Bruid wel en gereed zal vinden.
Wat onze Verlosser zei in Handelingen 1:5 is nog steeds geldig voor ons vandaag: “Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden niet vele dagen na deze.’’ De woorden van de Apostel Petrus op de Pinksterdag, bij de oprichting van de Kerk van het Nieuwe Testament, zijn ook nog geldig (Handel. 2:38-41). De bekering, het geloof, de waterdoop en de doop van de Heilige Geest.
Alles wat behoort tot de natuurlijke en geestelijke status is betrokken in de volledige hervorming van de Kerk van God. Een ieder die waarlijk de heil heeft ervaren en vervolgens ook gelooft, accepteert de goddelijke orde niet alleen voor het geestelijk maar ook voor het natuurlijke leven, inclusief het huwelijk en het gezinsleven. Wij geloven en respecteren ieder Woord van God, accepteren ieder verbetering en stellen ons leven bij tot de ware gehoorzaamheid aan ieder Woord: “Want al wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder.’’ (Matt. 12:50). “Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante Woord aan, dat uw zielen kan behouden.’’ (Jak. 1:21). Alle andere kunnen doen wat zij willen; de Heere Zelf zal het vonnis hierover uitspreken op de dag des oordeels.
Het volgende geldt voor de verlosten: “roep Mij het volk samen, dan zal Ik het mijn woorden doen horen…’’ (Deut. 4:10; Psalm. 50:5). Een ieder die van God is, luistert naar Gods Woord (Johan 8:47); daarom is ons het gebod gegeven: “Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Heere, en houdt niet vast aan het onreine. en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige.’’ (1 Cor. 6:17-18).
De Apostel Petrus waarschuwde ons: “maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig want Ik ben heilig.’’ (1 Pet. 1:15-16).
“- want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid -, en toetst wat de Heere welbehaaglijk is.’’ (Efez. 5:9-10).
“Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.’’ (Gal. 5:22-23). “Aan hun vruchten zult gij hen kennen’’ (Matt. 7:16).
“Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geest, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.’’ (1 Cor. 7:1).
“Doch terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en die gereed waren, gingen met hem de bruiloftszaal binnen, en de deur werd gesloten.’’ (Matt. 25:10).
“Laten ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijnen achtergebleven te zijn.’’ (Hebr. 4:1).
“Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zou hebben aan zijn goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.’’ (2 Pet. 1:3-10).
“En Hij, de God des vredes, heiligt u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heere Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.’’ (1 Thess. 5:23).
Maranatha. Kom, Heere Jezus!