Omzendbrief Oktober 2017

500e jubileum – het einde van de Reformatie

« »

31 oktober 2017 zal beschouwt worden als een speciale feestdag in heel Duitsland; het is 500 jaar geleden sinds Maarten Luther de 95 stellingen aan de poort van de kerk in Wittenberg had vastgeplakt, op 31 oktober 1517 en daarmee vergemakkelijkte hij de doorbraak van de Reformatie. Maar nu keren alle kerken die de geloofsbelijdenis van Nicea citeren, terug in de baarmoeder van de moederkerk.

Een steenachtige reliëf op de muur van de kerk in de stad Wittenberg, stamt uit 1305; een zeug die joden melk voedt. Dit beeld was bedoelt om de joden in de Middeleeuwen openlijk te vernederen. Laatst werd er een voorstel gedaan om de zogenaamde “Judensau’’ (Jodenzeug) weg te halen, maar de gemeenteraad en de en de kerkraad in Wittenberg hebben besloten het toch niet weg te halen, maar om het te laten staan zodat het dient tot herdenking tegen antisemitisme. Zo kunnen bezoekers en delegatie over de hele wereld dit symbool van discriminatie tegen de joden met eigen ogen zien.

Maarten Luther ervaarde de rechtvaardigheid door middel van geloof. Omarmt door de Geest van God en gevuld met de genade Gods predikte de hervormer het evangelie. Hij geloofde in het volbrachte Verlossingswerk door de Verlosser zijn dood aan het kruis. Wat hij daarna heeft gezegd over de joden als een oude en zieke man, nadat hij ook was teleurgesteld door een joodse dokter, laten wij beter achterwege en oordelen we niet. Desondanks hebben historici de neiging om stil te houden over het feit dat zijn uitspraken over de joden eigenlijk uitspraken waren van kerken, in het bijzonder in de Lateraanse Concilie in 1179.

De haat tegen de joden is er al voor een hele lange tijd. De vervolging tegen hen begon kort nadat keizer Constantijn het christendom had uitgeroepen tot de staatsreligie in geheel het Romeinse Rijk in het jaar 311. Met het oog op de kruisiging van Christus werden zij doorgaans beschuldigd voor moordenaars van Christus en van God.

In het jaar 321 werd het verboden voor de joden om hun sabbat te houden en moesten in plaats daarvan de zondag observeren. Op de achtergrond van deze tragische ontwikkelingen, werd de concilie van Nicea gehouden vanaf 20 mei t/m 25 juli in 325. Constantijn wilde graag een eenheid onder al zijn burgers en nodigde daarom allemaal leiders van verschillende christelijke richtingen uit die in tijd bestonden. Daar discussieerde de ongelovige christelijke vertegenwoordigers over Bijbelse onderwerpen; de woorden van de Heilige Schriften werden gebruikt en vervolgens misbruikt. De eerste niet-Bijbelse geloofsbelijdenis over de drie-eenheid, namelijk dat God bestaat uit drie verdeelde eeuwige personen, was uitgeroepen en volbracht in 381 tijdens de concilie van Constantinopel met de uitspraak dat de Heilige Geest eigenlijk de derde persoon van de drie-eenheid was.

De Bijbelse geloofsbelijdenis kun je alleen vinden in de Bijbel en alleen wat er staat geschreven in de Handelingen der apostelen komt van de apostelen en alleen wat is onderwezen in de brieven der apostelen is de apostolische leer. Trouw zijn aan de Bijbel betekend precies geloven wat erin staat geschreven!

De vroege Kerk bleef in de leer en praktijken van de apostelen: “En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.’’ (Handel. 2:42). De waarachtige Kerk van Jezus Christus is nog steeds “gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is…’’ (Efez. 2:20).

De complete overeenkomst van het Oude en Nieuwe Testament is overweldigend. Vanaf de eerste vers in de Bijbel, introduceerde God/Elohim Zichzelf als de Schepper. Aan het begin van de tijd kwam Hij, de Eeuwige die Geest is, uit zijn eeuwige volheid van geest, licht en leven in een zichtbare vorm als HERE/JHWH. Door middel van zijn Almachtige Woord, riep Hij alles tot het bestaan, zowel het zichtbare als het onzichtbare. HIJ liep in het hof van Eden en schiep de mens naar zijn Eigen beeld.

In het Oude Testament voorzegde God door zijn profeten wat hij had bedacht in de eeuwigheid voor het Heilsplan. Vanaf het begin van het eerste hoofdstuk in het Nieuwe Testament, wordt ons de vervulling van de profetieën uit het Oude Testament getoond.

Het hoofdonderwerp in alle Heilige Schriften was en is de Godheid. In de 4000 jaar van het Oude Testament, openbaarde de Heere God Zich op verschillende manieren: als Schepper, Ondersteuner, Koning, Rechter etc. Voor onze heil, openbaarde Hij Zichzelf in het Nieuwe Testament als Vader in de hemel, in zijn Zoon op aarde en door zijn Heilige Geest in zijn Kerk. In geheel het Oude Testament tot de Profeet Maleachi, die 400 jaar voor Christus geleefd had, sprak nooit iemand van een Vader in de hemel, noch van een Zoon in de hemel en geen enkele keer van drie eeuwige personen die in overeenkomst zijn en een drie-eenheid vormen. 

In het Oude Testament was het hoofdthema de komst van de Messias als de Verlosser. Er zijn zo’n 100 profetieën die het hebben over de Verlosser, die geboren was uit een maagd als Zoon van God: “Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven: ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL (God met ons) heten’’ (Jes. 7:14 Statenvertaling; Jes. 9:5; Micha. 5:1; …)

In het Nieuwe Testament wordt de geboorte van de Zoon van God in details beschreven. De engel Gabriël kwam tot Maria en zei: “Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij God. En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam JEZUS geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogste genoemd worden, en de Heere God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen. En Maria zei tot de engel: Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb? En de engel antwoordde en zei tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt Zoon Gods genoemd worden.’’ (Lucas. 1:30-35).

De Heere God openbaarde Zichzelf persoonlijk aan Abraham (Gen. 18), aan Mozes (Ex. 4) en aan al de profeten in het Oude Testament. Maar om ons van de zonden te verlossen, moest de Heere Zelf komen in een lichaam van vlees. Vanaf het moment van zijn geboorte: “U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Heere, in de stad van David.’’ (Lucas  2 :11), de Zoon wordt 300 keer genoemd als de Heere. HIJ is nog steeds dezelfde Heere, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament (Hebr. 13:8). “…en dat niemand kan zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest.’’ (1 Cor. 12:3b).

Er is geen enkele Schrift die zegt dat God als Vader de Zoon heeft voortgebracht in de eeuwigheid. Wat de ongelovige kerkvaders formuleren, vooral bij de concilie van Nicea en Constantinopel en wat zei “apostolische’’ geloofsbelijdenis noemen, is volledig uitheems van de Bijbel. Het boeit niet of het staat geschreven in de Didachè of in een catechismus of een kerkconstitutie – als het niet staat geschreven in de Heilige Schriften, is het niet Bijbels.

Alle kerken hebben het recht om te beslissen wat zij geloven, onderwijzen en toepassen. Onze belangrijkste zorg is om alleen te geloven wat de Heilige Schriften eigenlijk zeggen. Wat Tertullianus, Athanasius, Augustinus, Hiëronymus en alle andere hebben gezegd was de oprichting van de Staatskerk in het Romeinse Rijk. Bijbelgelovige Christenen kunnen alleen geloven wat de man Gods door goddelijke bevel heeft gezegd bij de oprichting van de Kerk van het Nieuwe Testament. Allen die Efeziërs 4:5 benoemen, namelijk : één Heere, één geloof, één doop,’’ moeten terug naar het boek van Handelingen der apostelen lezen hoe de apostelen de doop hebben uitgevoerd. (Handel. 2:38; Handel.8:16; Handel. 19:5). Niet eenmaal werd het uitgevoerd in een die-eenheid’ formule, maar alleen in de naam van het verbond van het Nieuwe Testament waarmee God Zichzelf heeft geopenbaard als Vader in de Zoon en door de Heilige Geest en dat is “in de naam van de Heere Jezus Christus.’’ In Matthéüs 28:19 zegt de oorspronkelijke tekst: “…doopt hen in de naam…,’’ niet namen, niet drie titels, maar in de naam die boven alle andere namen is. De Apostel Petrus, Paulus en Filippus hebben het Zendingsbevel op de juiste manier uitgevoerd.

Niemand mag iets toevoegen aan wat de apostelen Petrus, Johannes, Jakobus en Paulus hebben onderwezen, beoefend en opgeschreven. Natuurlijk is de ware Apostolische geloofsbelijdenis gefundeerd in de Bijbel. Het Nieuwe Testament is ook een goddelijk, voleindigt document, waarin niets mag worden toegevoegd en niets mag worden verandert (Open. 22).

In alle trouw kunnen we zeggen vóór de Almachtige God: “Want wij zijn geen vernuftig gevonden verdichtsels nagevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus hebben verkondigd, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit.’ (2 Pet. 1:16).

We zijn teruggebracht naar het oorspronkelijke Woord die uit Jeruzalem was voortgekomen en zullen ervaren wat God aan het doen is in de meeste belangrijke deel van het Heilsplan. De schriftelijke boodschap, waardoor alle dingen moeten worden hersteld en teruggebracht naar de rechtmatige orde vóór God, heeft de uiterste van de aarde bereikt; de harten van de kinderen Gods wereldwijd zijn teruggevoerd naar het ware geloof van de vaderen.

De Heere God heeft zijn Scheppingswerk volbracht en Hijzelf zal zijn Verlossingswerk voleindigen door precies te doen wat Hij heeft belooft in zijn Woord: “Want wat Hij gesproken heeft, zal de Heere doen op aarde, volledig en snel.’’ (Rom. 9:28).

“alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.’’ (Jes. 55:11). Amen.

Werkende naar opdracht van God,

Br. Frank

31 oktober 2017 zal beschouwt worden als een speciale feestdag in heel Duitsland; het is 500 jaar geleden sinds Maarten Luther de 95 stellingen aan de poort van de kerk in Wittenberg had vastgeplakt, op 31 oktober 1517 en daarmee vergemakkelijkte hij de doorbraak van de Reformatie. Maar nu keren alle kerken die de geloofsbelijdenis van Nicea citeren, terug in de baarmoeder van de moederkerk.

Een steenachtige reliëf op de muur van de kerk in de stad Wittenberg, stamt uit 1305; een zeug die joden melk voedt. Dit beeld was bedoelt om de joden in de Middeleeuwen openlijk te vernederen. Laatst werd er een voorstel gedaan om de zogenaamde “Judensau’’ (Jodenzeug) weg te halen, maar de gemeenteraad en de en de kerkraad in Wittenberg hebben besloten het toch niet weg te halen, maar om het te laten staan zodat het dient tot herdenking tegen antisemitisme. Zo kunnen bezoekers en delegatie over de hele wereld dit symbool van discriminatie tegen de joden met eigen ogen zien.

Maarten Luther ervaarde de rechtvaardigheid door middel van geloof. Omarmt door de Geest van God en gevuld met de genade Gods predikte de hervormer het evangelie. Hij geloofde in het volbrachte Verlossingswerk door de Verlosser zijn dood aan het kruis. Wat hij daarna heeft gezegd over de joden als een oude en zieke man, nadat hij ook was teleurgesteld door een joodse dokter, laten wij beter achterwege en oordelen we niet. Desondanks hebben historici de neiging om stil te houden over het feit dat zijn uitspraken over de joden eigenlijk uitspraken waren van kerken, in het bijzonder in de Lateraanse Concilie in 1179.

De haat tegen de joden is er al voor een hele lange tijd. De vervolging tegen hen begon kort nadat keizer Constantijn het christendom had uitgeroepen tot de staatsreligie in geheel het Romeinse Rijk in het jaar 311. Met het oog op de kruisiging van Christus werden zij doorgaans beschuldigd voor moordenaars van Christus en van God.

In het jaar 321 werd het verboden voor de joden om hun sabbat te houden en moesten in plaats daarvan de zondag observeren. Op de achtergrond van deze tragische ontwikkelingen, werd de concilie van Nicea gehouden vanaf 20 mei t/m 25 juli in 325. Constantijn wilde graag een eenheid onder al zijn burgers en nodigde daarom allemaal leiders van verschillende christelijke richtingen uit die in tijd bestonden. Daar discussieerde de ongelovige christelijke vertegenwoordigers over Bijbelse onderwerpen; de woorden van de Heilige Schriften werden gebruikt en vervolgens misbruikt. De eerste niet-Bijbelse geloofsbelijdenis over de drie-eenheid, namelijk dat God bestaat uit drie verdeelde eeuwige personen, was uitgeroepen en volbracht in 381 tijdens de concilie van Constantinopel met de uitspraak dat de Heilige Geest eigenlijk de derde persoon van de drie-eenheid was.

De Bijbelse geloofsbelijdenis kun je alleen vinden in de Bijbel en alleen wat er staat geschreven in de Handelingen der apostelen komt van de apostelen en alleen wat is onderwezen in de brieven der apostelen is de apostolische leer. Trouw zijn aan de Bijbel betekend precies geloven wat erin staat geschreven!

De vroege Kerk bleef in de leer en praktijken van de apostelen: “En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.’’ (Handel. 2:42). De waarachtige Kerk van Jezus Christus is nog steeds “gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is…’’ (Efez. 2:20).

De complete overeenkomst van het Oude en Nieuwe Testament is overweldigend. Vanaf de eerste vers in de Bijbel, introduceerde God/Elohim Zichzelf als de Schepper. Aan het begin van de tijd kwam Hij, de Eeuwige die Geest is, uit zijn eeuwige volheid van geest, licht en leven in een zichtbare vorm als HERE/JHWH. Door middel van zijn Almachtige Woord, riep Hij alles tot het bestaan, zowel het zichtbare als het onzichtbare. HIJ liep in het hof van Eden en schiep de mens naar zijn Eigen beeld.

In het Oude Testament voorzegde God door zijn profeten wat hij had bedacht in de eeuwigheid voor het Heilsplan. Vanaf het begin van het eerste hoofdstuk in het Nieuwe Testament, wordt ons de vervulling van de profetieën uit het Oude Testament getoond.

Het hoofdonderwerp in alle Heilige Schriften was en is de Godheid. In de 4000 jaar van het Oude Testament, openbaarde de Heere God Zich op verschillende manieren: als Schepper, Ondersteuner, Koning, Rechter etc. Voor onze heil, openbaarde Hij Zichzelf in het Nieuwe Testament als Vader in de hemel, in zijn Zoon op aarde en door zijn Heilige Geest in zijn Kerk. In geheel het Oude Testament tot de Profeet Maleachi, die 400 jaar voor Christus geleefd had, sprak nooit iemand van een Vader in de hemel, noch van een Zoon in de hemel en geen enkele keer van drie eeuwige personen die in overeenkomst zijn en een drie-eenheid vormen.

In het Oude Testament was het hoofdthema de komst van de Messias als de Verlosser. Er zijn zo’n 100 profetieën die het hebben over de Verlosser, die geboren was uit een maagd als Zoon van God: “Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven: ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL (God met ons) heten’’ (Jes. 7:14 Statenvertaling; Jes. 9:5; Micha. 5:1; …)

In het Nieuwe Testament wordt de geboorte van de Zoon van God in details beschreven. De engel Gabriël kwam tot Maria en zei: “Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij God. En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam JEZUS geven. Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogste genoemd worden, en de Heere God zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en zijn koningschap zal geen einde nemen. En Maria zei tot de engel: Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb? En de engel antwoordde en zei tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt Zoon Gods genoemd worden.’’ (Lucas. 1:30-35).

De Heere God openbaarde Zichzelf persoonlijk aan Abraham (Gen. 18), aan Mozes (Ex. 4) en aan al de profeten in het Oude Testament. Maar om ons van de zonden te verlossen, moest de Heere Zelf komen in een lichaam van vlees. Vanaf het moment van zijn geboorte: “U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Heere, in de stad van David.’’ (Lucas  2 :11), de Zoon wordt 300 keer genoemd als de Heere. HIJ is nog steeds dezelfde Heere, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament (Hebr. 13:8). “…en dat niemand kan zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest.’’ (1 Cor. 12:3b).

Er is geen enkele Schrift die zegt dat God als Vader de Zoon heeft voortgebracht in de eeuwigheid. Wat de ongelovige kerkvaders formuleren, vooral bij de concilie van Nicea en Constantinopel en wat zei “apostolische’’ geloofsbelijdenis noemen, is volledig uitheems van de Bijbel. Het boeit niet of het staat geschreven in de Didachè of in een catechismus of een kerkconstitutie – als het niet staat geschreven in de Heilige Schriften, is het niet Bijbels.

Alle kerken hebben het recht om te beslissen wat zij geloven, onderwijzen en toepassen. Onze belangrijkste zorg is om alleen te geloven wat de Heilige Schriften eigenlijk zeggen. Wat Tertullianus, Athanasius, Augustinus, Hiëronymus en alle andere hebben gezegd was de oprichting van de Staatskerk in het Romeinse Rijk. Bijbelgelovige Christenen kunnen alleen geloven wat de man Gods door goddelijke bevel heeft gezegd bij de oprichting van de Kerk van het Nieuwe Testament. Allen die Efeziërs 4:5 benoemen, namelijk : één Heere, één geloof, één doop,’’ moeten terug naar het boek van Handelingen der apostelen lezen hoe de apostelen de doop hebben uitgevoerd. (Handel. 2:38; Handel.8:16; Handel. 19:5). Niet eenmaal werd het uitgevoerd in een die-eenheid’ formule, maar alleen in de naam van het verbond van het Nieuwe Testament waarmee God Zichzelf heeft geopenbaard als Vader in de Zoon en door de Heilige Geest en dat is “in de naam van de Heere Jezus Christus.’’ In Matthéüs 28:19 zegt de oorspronkelijke tekst: “…doopt hen in de naam…,’’ niet namen, niet drie titels, maar in de naam die boven alle andere namen is. De Apostel Petrus, Paulus en Filippus hebben het Zendingsbevel op de juiste manier uitgevoerd.

Niemand mag iets toevoegen aan wat de apostelen Petrus, Johannes, Jakobus en Paulus hebben onderwezen, beoefend en opgeschreven. Natuurlijk is de ware Apostolische geloofsbelijdenis gefundeerd in de Bijbel. Het Nieuwe Testament is ook een goddelijk, voleindigt document, waarin niets mag worden toegevoegd en niets mag worden verandert (Open. 22).

In alle trouw kunnen we zeggen vóór de Almachtige God: “Want wij zijn geen vernuftig gevonden verdichtsels nagevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus hebben verkondigd, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit.’ (2 Pet. 1:16).

We zijn teruggebracht naar het oorspronkelijke Woord die uit Jeruzalem was voortgekomen en zullen ervaren wat God aan het doen is in de meeste belangrijke deel van het Heilsplan. De schriftelijke boodschap, waardoor alle dingen moeten worden hersteld en teruggebracht naar de rechtmatige orde vóór God, heeft de uiterste van de aarde bereikt; de harten van de kinderen Gods wereldwijd zijn teruggevoerd naar het ware geloof van de vaderen.

De Heere God heeft zijn Scheppingswerk volbracht en Hijzelf zal zijn Verlossingswerk voleindigen door precies te doen wat Hij heeft belooft in zijn Woord: “Want wat Hij gesproken heeft, zal de Heere doen op aarde, volledig en snel.’’ (Rom. 9:28).

“alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.’’ (Jes. 55:11). Amen.

Werkende naar opdracht van God,

Br. Frank